De juf toont in de klas vier proefbuisjes met daarin respectievelijk bier, wijn, jenever en water.
In elk buisje legt ze een worm en zegt: "We gaan morgen zien wat er met die wormen gebeurd is".
's Anderendaags is het resultaat: in de eerste drie proefbuisjes zijn al de wormen dood, maar die in het water is nog springlevend.
Vraagt de juf aan de leerlingen: "Wat hebben we hier nu uit geleerd?"
Anneke antwoordt: "Als je bier of wijn of jenever drinkt krijg je geen wormen meer".
In elk buisje legt ze een worm en zegt: "We gaan morgen zien wat er met die wormen gebeurd is".
's Anderendaags is het resultaat: in de eerste drie proefbuisjes zijn al de wormen dood, maar die in het water is nog springlevend.
Vraagt de juf aan de leerlingen: "Wat hebben we hier nu uit geleerd?"
Anneke antwoordt: "Als je bier of wijn of jenever drinkt krijg je geen wormen meer".
In de les van gezondheidsleer